VERGRIJZING

Bij een stijgende levensverwachting is het niet onlogisch om ook langer te werken. De verhoging van de AOW- en pensioengerechtigde leeftijd lag dan ook voor de hand. Het probleem is evenwel dat de Nederlandse arbeidsmarkt daar geheel niet voor uitgerust is. Wie ouder dan 45 is, wordt door werkgevers vaak als (te) oud gezien en heeft moeite een nieuwe baan te vinden. Dat geldt zeker voor personen die zich op andere werkzaamheden moeten richten dan hun vorige betrekking. Ouderen die nu ontslagen worden hebben feitelijk geen perspectief meer op een passende baan; uiteindelijk komen zij met het huidige beleid in de bijstand terecht.

In de liberale benadering van de arbeidsmarkt en de sociale zekerheid is in ieder geval het inkomen gegarandeerd. Een activerende overheid kan daarbij zorg dragen voor eventuele om- en bijscholing, zodat ook iedere oudere met de nodige kennis en vaardigheden de arbeidsmarkt kan betreden. Om zorg te dragen dat ouderen concurrerend kunnen blijven kan de overheid zo nodig een – al of niet tijdelijke – aanvulling op het salaris geven.

Daarnaast is een mentaliteitsverandering bij werkgevers noodzakelijk. Het moet net zo gebruikelijk zijn om iemand van 62 aan te nemen als iemand van 35. De overheid kan hierin een voorbeeldfunctie vervullen door op alle niveaus en voor alle functies ook ouderen aan te nemen. Dat vraagt om een koerswijziging van 180 graden.

Zonder deze koerswijziging was de verhoging van  de AOW- en de pensioenleeftijd asociaal. Het wordt tijd dat de overheid een beter arbeidsmarktbeleid voert.